Terug naar activiteiten

In deze les over Oost-Europa voor twaalf- à veertienjarigen gaan we eerst spelenderwijs de aardrijkskundige voorkennis van de leerlingen na. Tegelijk vragen we ons af waar Oost-Europa nu eigenlijk begint en eindigt. Dan volgt een interactieve presentatie, met overvloedig beeld- en kaartmateriaal, van de geschiedenis van Oost-Europa in vogelvlucht, aan de hand van tien iconische jaartallen: 330, 863, 988, 1054, 1453, 1703, 1917, 1989, 2004 en 2014.

Dankzij het spelelement is dit geen droog historisch overzicht. Na twee of drie lesuren zullen de leerlingen vruchtbaar hebben kennisgemaakt met diverse ‘begrippen’ als Balkan, communisme, Constantinopel, cyrillisch, Joegoslavië, Krim, Oost-Duitsland, orthodox, Osmaanse Rijk, Slavisch, Sovjet-Unie ... Onderweg passeren verschillende bepalende historische figuren de revue: van Constantijn de Grote over Cyrillus en Methodius, Mehmed de Veroveraar en Lenin tot Vladimir Poetin.

Tijdens twee intermezzo’s staan we stil bij de rijkdom aan talen (en taalfamilies) in Oost-Europa, waarbij de leerlingen onder andere worden uitgedaagd om namen van landen in het cyrillisch alfabet te ontcijferen. Door de les heen zitten verschillende quizmomenten verweven. Hiervoor kunnen de leerlingen zich al vooraf in kleine groepen verdelen. (Naar aanleiding van bv. een tijdelijke expositie of specifieke projectweek kan de lesinhoud na overleg licht worden aangepast.)

Doelgroep: Secundair onderwijs (ASO/KSO/TSO): 1ste graad 

Periode: In onderling overleg

Materiaal: Deelnemers brengen schrijfmateriaal mee.

Locatie: In onderling overleg (bv. op school)

Voor wie

30 leerlingen

Duur

2 à 3 lesuren

Prijs

gratis